Na de lunch kwamen we aan in Furore waar we volgens afspraak in de Mola bar werden opgewacht door Benjaminio. Hij begeleidde ons vervolgens naar zijn huis dat spectaculair gelegen is op een steile bergwand met een adembenemend uitzicht op de azuurblauwe Middellandse zee. Wat een geweldige plek! Het huis was kraakhelder en in de keuken stonden tomaten en basilicum uit eigen tuin, lokale kaas en brood en wijn voor ons klaar. Wat een ontvangst!
Gastheer Benjaminio woont samen met zijn vrouw Angela in een bijna onzichtbaar huis, verscholen in de rotswand achter het huis. Het is een gepensioneerde man die je regelmatig door de tuin ziet schuifelen om zijn tuintje van water te voorzien of de konijnen eten te geven. Lieve genereuze mensen met een groot hart die hun best doen om het hun gasten naar hun zin te maken. We werden regelmatig getrakteerd op tomaten uit eigen tuin en één avond werden we zelfs uit eten gevraagd in het restaurant van de broer van Angela in Agerola. Op tafel kwamen allerlei plaatselijke lekkernijen, zo lekker allemaal! Angela vertelde dat ze privé kok is in een exclusief vakantieverblijf voor de rijken der aarden en dat haar ouders vroeger een boerderij hadden waar ze zelf worsten en kazen maakten. Zij weet dus wat lekker is en dat proefden we!
Hoewel Furore zelf heel gemoedelijk is, is de sfeer aan de kust wat toeristicher en mondainer. Wat te begrijpen is, want wat is het hier spectaculair mooi! Furore bevindt zich op een steile bergwand. Om naar beneden te komen (bij het strand en andere dorpjes en bezienswaardigheden) moet je eindeloos bochtjes draaien op extreem smalle wegen. In het hoogseizoen is er veel verkeer en dit zorgt regelmatig voor opstoppingen, vooral als twee bussen klem komen te staan. Het is ons regelmatig overkomen dat we niet verder konden en dat hele rijen met auto's achteruit moesten om een bus erlangs te laten. Auto's zonder deuken of schrammen zie je niet. Ook wij kwamen aan de beurt toen we op een smal bergpad klem kwamen te staan en langs een paal schampten. Gelukkig hadden we onze verzekering afgekocht en op jouw advies bij een grotere maatschappij geboekt hadden waardoor we geen extra kosten hoefden te betalen. Onze tip voor volgende gasten: neem weinig koffers mee en huur een kleine auto. Dat maakt het rijden op de Amalfikust een stuk gemakkelijker!
Een ander punt was het parkeren. Toegankelijke parkeerplaatsen zijn in het hoogseizoen schaars er niet en dus lieten we de auto zoveel mogelijk thuis. De eerste dag probeerden we met de Sita-bus naar beneden te komen. Dit is echter geen aanrader. In het hoogseizoen is deze bus bomvol met zwetende mensen en hang je 35 minuten lang aan de dakstang van de bus, terwijl de bus langs afgronden en diepe ravijnen scheurt. Wat wit om de neus, maar blij dat wij deze tocht hadden overleefd stapten wij beneden uit....
De kust zelf is echter schitterend en de stranden geweldig. Ondanks de piepkleine strandjes en de drukte van het hoogsezoen is het het ons altijd gelukt om stoelen te vinden. Zit je eenmaal op het strand dan is het leven geweldig! Nog nooit in zulk helder water gezwommen, en elk strandje heeft wel een leuk strandtentje waar je tijdens het middaguur een lekkere lunch kunt eten.
De tweede dag hadden we een bezoek aan Capri gepland. Dit keer namen we- op aanraden van Benjaminio- de shuttlebus van de gemeente Furore naar Amalfi. Dit was een gouden tip: voor 2 euro pp koop je bij de chauffeur een enkeltje naar beneden. Het minibusje is comfortabel en wij hebben niet meegemaakt dat we moesten staan. Het busje haalt in het hele dorp mensen op, krijgt soms door het raam bij een bar een koffietje uitgereikt en rijdt vervolgens rechtstreeks naar Amalfi en een drietal stranden. Met een gezellige chauffeur achter het stuur en Italiaanse muziek door de luidsprekers zaten wij goed! Je begrijpt dat we de Sita-bus vervolgens hebben gelaten voor wat 'ie was ?.
Capri en het bezoek aan Villa San Michele een hoogtepunt. 's middags gegeten in een visrestaurant in een achterafstraatje op Anacapri en vervolgens de lokale bus naar Faro voor een verkoelende duik. Zo heerlijk om te ervaren dat er naast de hysterische drukte in de haven ook nog andere delen op het eiland zijn die de moeite waard zijn.
Verder nog uitstapjes gemaakt naar Napels en Pompei. Met de auto, jawel! En dit keer zonder kleerscheuren. Een geweldig avontuur met mensen die met een stoïcijnse blik gewoon de straat oversteken en automobilisten die zich van geen regel iets aantrekken! Napels bleek een rauwe, volkse stad met o zo vriendelijke mensen. Wij waren nogal op ons hoede, maar dit bleek eigenlijk onnodig. Parkeren lukte eenvoudig bij een bewaakte stalling in hartje stad en vandaar uit hebben we rondgestruind en het centrum bekeken. Nauwe straatjes met overal wasgoed, trotse barokke kerken, op elke straathoek neonverlichte madonnas en voetbal, veel voetbal!
We bezochten de San Gennaro, en zagen de Caravaggio in de San Pio, vervolgens na een pizza ter voorbeiding op Pompei naar het Nationaalmuseum dat helaas op dinsdag gesloten bleek.
Daarna door naar Pompei, wat ondanks de hitte een absolute aanrader is. Zo bijzonder om in een romeinse stad rond te wandelen die nog helemaal intact is en te zien hoe ontwikkeld de beschaving toen al was. Daarnaast word je je, door de aanwezigheid van de gipsafdrukken van de slachtoffers, bewust van de ramp die zich daar heeft afgespeeld. Indrukwekkend! Verder hebben we nog een deel van het godenpad gelopen. Een geweldige en goed gemarkeerde tocht door wijngaarden, stukken bos en vooral met spectaculaire vergezichten over de Amalfikust, behalve voor degene met hoogtevrees, hij vond het dood- en doodeng....
Janine Seldenthuis - November 2020